Merck toch, hoe sterck nu in 't werck sich al steld,
Die 't allen tij soo ons vrijheijt heeft bestreden.
Siet hoe hij slaeft, graeft en draeft met geweld
Om ons goet en ons bloet en onse steden.
Hoor de Spaensche trommels slaen!
Hoor Maraens trompetten!
Siet hoe komt hij trecken aen,
Bergen te besetten.
't Moedige, bloedige, woedige swaerd
Blonck en het klonck dat de vonken daeruijt vlogen,
Beving en leving, opgeving der aerd,
Wonder gedonder nu onder was nu boven
Door al 't mijnen en 't geschut,
dat men daeglijgx hoorde,
Menig Spanjaert in zijn hut,
in sijn bloet versmoorde,
Berg op Zoom hout sich vroom,
't Stut de Spaensche scharen,
't Heeft 's Lands boom end' sijn stroom
Trouwlijck doen bewaren.
Die 't allen tij soo ons vrijheijt heeft bestreden.
Siet hoe hij slaeft, graeft en draeft met geweld
Om ons goet en ons bloet en onse steden.
Hoor de Spaensche trommels slaen!
Hoor Maraens trompetten!
Siet hoe komt hij trecken aen,
Bergen te besetten.
't Moedige, bloedige, woedige swaerd
Blonck en het klonck dat de vonken daeruijt vlogen,
Beving en leving, opgeving der aerd,
Wonder gedonder nu onder was nu boven
Door al 't mijnen en 't geschut,
dat men daeglijgx hoorde,
Menig Spanjaert in zijn hut,
in sijn bloet versmoorde,
Berg op Zoom hout sich vroom,
't Stut de Spaensche scharen,
't Heeft 's Lands boom end' sijn stroom
Trouwlijck doen bewaren.
envoyé par Jacopo - 29/3/2007 - 15:28
Langue: néerlandais
Il testo completo della canzone da questa pagina. In grafia non modernizzata neppure parzialmente.
De volledige tekst van het lied, uit deze zijde
De volledige tekst van het lied, uit deze zijde
Merck toch hoe sterck is een van de bekendste Nederlandse geuzenliederen. Het is bekend geworden door de Nederlandtsche Gedenck-clanck uit 1626 van Adriaen Valerius. De melodie van 'Merck toch hoe sterck' komt van een Italiaanse dansmelodie en is dus niet gecomponeerd door Valerius. Deze ontdekking is recent gedaan door de Bergenaar Ben Goossens. De melodie wordt gebruikt als pauzeteken van Radio Nederland Wereldomroep.
Dit lied, ook wel Het Beleg van Berg-op-Zoom genoemd, is het overwinningslied over het ontzetten, op 2 oktober 1622, van Don Louis de Velasco en zijn troepen na een drie maanden durend beleg.
Het lied is het volkslied van de stad Bergen op Zoom. Het inspireerde verschillende Nederlandse en Belgische componisten, onder wie Henk Badings, Cor Kee, Jan Zwart, Staf Nees en Paul Christiaan van Westering, tot het schrijven van variaties.
Dit lied, ook wel Het Beleg van Berg-op-Zoom genoemd, is het overwinningslied over het ontzetten, op 2 oktober 1622, van Don Louis de Velasco en zijn troepen na een drie maanden durend beleg.
Het lied is het volkslied van de stad Bergen op Zoom. Het inspireerde verschillende Nederlandse en Belgische componisten, onder wie Henk Badings, Cor Kee, Jan Zwart, Staf Nees en Paul Christiaan van Westering, tot het schrijven van variaties.
MERCK TOCH HOE STERCK
Merck toch hoe sterck nu int werck sich al steld,
die 'tallen ty soo ons vryheyt heeft bestreden;
siet hoe hy slaeft, graeft en draeft met geweld,
om onse goet, en ons bloet, en onse steden!
Hoor de Spaensche trommels slaen!
Hoor Maraens trompetten!
Siet hoe komt hy trecken aen,
Bergen te besetten.
Berg op Zoom, hout u vroom,
stut de Spaensche scharen;
laet 's Lands boom end' syn stroom
trouw'lyck toch bewaren.
't Moedige, bloedige, woedige swaerd
blonck en het klonck, dat de voncken daer uyt vlogen.
Beving en leving, opgeving der aerd,
wonder gedonder, nu onder was, nu boven,
Door al 't mijnen en 't geschut
dat men daeg'lycx hoorde;
menig Spanjaert in syn hut,
in syn bloet versmoorde.
Berg op Zoom, hout sich vroom
't stut de Spaensche scharen;
't heeft 's Lands boom, en syn stroom,
trouw'lyck doen bewaren.
Die van Oranjen, quam Spanjen aen boord,
om uyt het velt, als een helt, 't gewelt te weeren;
maer also dra, Spinola 't heeft gehoord,
treckt hy flocx heen op de been met al zyn heeren.
Cordua kruyd spoedig voort,
sach daer niet te winnen,
Don Velasco liep gestoort,
't vlas was niet te spinnen.
Berg op Zoom, hout sich vroom
't stut de Spaensche scharen;
't heeft 's Lands boom, en syn stroom,
trouw'lyck doen bewaren.
Merck toch hoe sterck nu int werck sich al steld,
die 'tallen ty soo ons vryheyt heeft bestreden;
siet hoe hy slaeft, graeft en draeft met geweld,
om onse goet, en ons bloet, en onse steden!
Hoor de Spaensche trommels slaen!
Hoor Maraens trompetten!
Siet hoe komt hy trecken aen,
Bergen te besetten.
Berg op Zoom, hout u vroom,
stut de Spaensche scharen;
laet 's Lands boom end' syn stroom
trouw'lyck toch bewaren.
't Moedige, bloedige, woedige swaerd
blonck en het klonck, dat de voncken daer uyt vlogen.
Beving en leving, opgeving der aerd,
wonder gedonder, nu onder was, nu boven,
Door al 't mijnen en 't geschut
dat men daeg'lycx hoorde;
menig Spanjaert in syn hut,
in syn bloet versmoorde.
Berg op Zoom, hout sich vroom
't stut de Spaensche scharen;
't heeft 's Lands boom, en syn stroom,
trouw'lyck doen bewaren.
Die van Oranjen, quam Spanjen aen boord,
om uyt het velt, als een helt, 't gewelt te weeren;
maer also dra, Spinola 't heeft gehoord,
treckt hy flocx heen op de been met al zyn heeren.
Cordua kruyd spoedig voort,
sach daer niet te winnen,
Don Velasco liep gestoort,
't vlas was niet te spinnen.
Berg op Zoom, hout sich vroom
't stut de Spaensche scharen;
't heeft 's Lands boom, en syn stroom,
trouw'lyck doen bewaren.
envoyé par Riccardo Venturi - 29/3/2007 - 15:52
Langue: espéranto
Esperantiĝis / Traduzione in esperanto / Esperanto translation / Traduction en Esperanto / Esperantonkielinen käännös: Roel Haveman
LA SIEĜO DE BERGEN OP ZOOM
Kia defia legia fervor'
Ve! La liber', ĉu superos tiujn glavojn?
Ili kun ŝvit', spit', ekscit' kaj teror'
Venos, forprenos, ĉu tenos nian havojn?
Jam tamburas la hispan'!
Jam Porkul' trumpetas,
Li avance de lontan'
Al Bergen' impetas.
Berg-op-Zom',
Kun renom',
Spitu al hispano.
Nia hom', nia dom',
Savaj kun elano!
Brava, sanghava, la sava rapir',
Brile kaj trile, jubile ĝi fajreris.
Ĝema, tertrema, flagrema aspir'
Vere, fiere supere jam prosperis;
Pro minad' kaj kanonar',
Kio daŭre bruis,
De l' hispanoj ĉe l' rempar'
Multa sango fluis.
Berg-op-Zom',
Kun renom',
Spitis al hispano.
Nia hom', nia dom',
Savaj kun elano!
Lanĉas revanĉa Oranĝa komand'
Forton kohortan por sorton nun deturni.
Bolas Spinola, li volas sur land'
Ĉase, frakase, amase lin alsturmi.
Krudan Korduan fortun'
Venke eliminis.
Velka Don Velasko nun
Planojn ne plu ŝpinis!
Berg-op-Zom',
Kun renom',
Spitis al hispano.
Nia hom', nia dom',
Savaj kun elano!
Kia defia legia fervor'
Ve! La liber', ĉu superos tiujn glavojn?
Ili kun ŝvit', spit', ekscit' kaj teror'
Venos, forprenos, ĉu tenos nian havojn?
Jam tamburas la hispan'!
Jam Porkul' trumpetas,
Li avance de lontan'
Al Bergen' impetas.
Berg-op-Zom',
Kun renom',
Spitu al hispano.
Nia hom', nia dom',
Savaj kun elano!
Brava, sanghava, la sava rapir',
Brile kaj trile, jubile ĝi fajreris.
Ĝema, tertrema, flagrema aspir'
Vere, fiere supere jam prosperis;
Pro minad' kaj kanonar',
Kio daŭre bruis,
De l' hispanoj ĉe l' rempar'
Multa sango fluis.
Berg-op-Zom',
Kun renom',
Spitis al hispano.
Nia hom', nia dom',
Savaj kun elano!
Lanĉas revanĉa Oranĝa komand'
Forton kohortan por sorton nun deturni.
Bolas Spinola, li volas sur land'
Ĉase, frakase, amase lin alsturmi.
Krudan Korduan fortun'
Venke eliminis.
Velka Don Velasko nun
Planojn ne plu ŝpinis!
Berg-op-Zom',
Kun renom',
Spitis al hispano.
Nia hom', nia dom',
Savaj kun elano!
Translated by Roel Haveman
×
Trad.uit XVII. eeuw [1626], arr. Wè-nun Henk
Tekst van Adriaen (Adrianus) Valerius, uit de Nederlandtsche Gedenck-clanck
Trad., XVII secolo [1626], arr. Wè-nun Henk
Testo di Adriaen (Adrianus) Valerius, dal Nederlandtsche Gedenck-clanck
Grazie infinite al nostro vecchio, fedelissimo e prezioso amico e collaboratore Jacopo "Laverdure", che ci ha spedito il libretto completo dell'album dei Wè-nun Henk corredato di note. Ricordiamo il suo bel sito: http://www.ordet.it
Het Nederlandtsche Gedenck-clanck
uit nl.wikipedia
Als niet geheel onverdienstelijk presterende dichter droeg Valerius met anderen bij tot de belangrijke bundel, de Zeeusche Nachtegael, die in 1623 is uitgegeven.
Zijn belangrijkste werk is evenwel de verzameling geuzenliederen, met melodische notatie, gepubliceerd in zijn Nederlandtsche gedenck-clanck, die handelen over de Tachtigjarige Oorlog. Die oorlog liep van 1568 tot 1648 en Valerius geeft derhalve de stand van zaken tot kort voor zijn overlijden, aangezien de bundel een jaar later, in Haarlem in 1626 verschijnt door de goede zorgen van zijn zoon François. Doordrongen van de calvinistische moraal en van een chiliastische levensbeschouwing, was het een bij uitstek militant anti-katholiek en anti-Spaans pamflet. De bundel bevat het verhaal van de opstand, aangevuld met, naast de enkele door hem bewerkte geuzenliederen, voornamelijk zelf gedichte liederen. De liederen, steeds gedicht op bestaande maar door Valerius soms aangepaste en voorts zelfs van een versie in tabulatuur voor luit en citer voorziene melodieën, beleefden een kortstondige populariteit maar raakten daarna in de vergetelheid, om vanaf het einde van de 19e eeuw weer geliefd te worden als vaderlandse liederen. Het allerbekendste lied uit de bundel is het Wilhelmus, dat een ouder geuzenlied is waarvan de oorsprong tot het begin van de opstand teruggaat. Het zou uitgroeien tot het nationale volkslied van Nederland en zou daarmee het oudste officiële of officieuze volkslied van een in de Verenigde Naties vertegenwoordigde staat zijn. Voorts zijn onder meer Merck toch hoe sterck en Waer dat men sich al keerd of wend nog heden ten dage goed bekend. De melodieën haalde Valerius uit het toen in omloop zijnde populaire repertoire van Nederlandse liederen maar ook van liederen en dansen van Engelse, Franse, Italiaanse, Duitse en zelfs Spaanse oorsprong.